
Faillissementsrecht en WSNP
Indien u of uw bedrijf ‘verkeert in een toestand van opgehouden hebben te betalen’ kan de Rechtbank op uw verzoek, of dat van een crediteur, het faillissement uitspreken.
Deze toestand wordt door de Rechtbank (in ieder geval) aangenomen indien er tenminste twee crediteuren onbetaald worden gelaten. De crediteur waarmee betalingsafspraken zijn gemaakt die ook worden nagekomen, wordt in beginsel niet onbetaald gelaten.
Curator of bewindvoerder
Door het faillissement (of de van toepassingverklaring van de wettelijke schuldsaneringsregeling; WSNP) kunt u niet meer zelf beschikken over uw geld en goederen.
De rechtbank stelt een curator aan (faillissement) of benoemt een bewindvoerder (WSNP). Bij faillissement beheert en vereffent de curator de ‘failliete boedel’. In een WSNP doet de bewindvoerder dat.
Meer in het bijzonder ziet de bewindvoerder toe op het verloop van de schuldsaneringsregeling. Beiden, maar in het bijzonder de curator, maken de activa van de failliet of saniet te gelde en verdelen de opbrengst volgens de regelen der kunst onder de crediteuren Bij deze vereffening en verdeling gelden nogal wat bijzondere regels die afwijken van het gewone civiele recht. Lastig dus.
Verschil faillissement en WSNP
Het grote verschil tussen faillissement en WSNP is gelegen in de gevolgen daarvan. Indien er na de opheffing van het faillissement nog schulden bestaan, dan herleven deze schulden (inclusief rente).
Een natuurlijk persoon ( de wettelijke benaming voor ‘een mens’) zal dan dus uiteindelijk weer deurwaarders op de stoep krijgen. Na beëindiging van een WSNP daarentegen (indien de saniet aan alle aan hem of haar gestelde voorwaarden heeft voldaan) kunnen de crediteuren waarop de WSNP van toepassing was, geen betaling meer vorderen van die schulden.
Indien van een natuurlijk persoon het faillissement is aangevraagd, zal de Rechtbank deze in de gelegenheid stellen om eerst een WSNP verzoek te doen. Dit verzoek dient dan wel tijdig te gebeuren. Ook tijdens faillissement kan overigens nog een WSNP verzoek worden ingediend. Laat u zich dus goed voorlichten!
Toelating tot de WSNP
Omdat uw schulden (in de praktijk) vervallen als met goed gevolg de WSNP drie jaar op u van toepassing was verklaard, moet u voldoen aan de nodige voorwaarden vóórdat de Rechtbank u toelaat.
De eerste stap die u dient te maken is het verkrijgen van een zogeheten art. 285 Fw verklaring. Volgens de Faillissementswet geeft de gemeente van uw woonplaats deze verklaring af. In de praktijk besteedt de gemeente deze bevoegdheid (die ook een plicht is!) uit aan een lokale schuldhulpverlener. Deze dient te onderzoeken of er geen andere mogelijkheid is om uit de problematische schuldsituatie te geraken. U moet hier denken aan een minnelijk akkoord of een dwangakkoord.
Pas als dat niet mogelijk blijkt te zijn, zal de art. 285 Fw verklaring worden afgegeven en kan er een verzoek bij de Rechtbank worden ingediend tot toepassing van de WSNP. Dit traject wordt door veel mensen als lang ervaren. Een half jaar is eerder regel dan uitzondering. Voor spoedeisende gevallen zijn er gelukkig meestal wel tussenoplossingen mogelijk.
Schulden te goeder trouw
Maar ook met de art. 285 Fw bent u er nog niet. De Rechtbank zal zelfstandig beoordelen of u ook aan de andere voorwaarden voor toelating tot de WSNP voldoet. Deze voorwaarden staan onder andere genoemd in art. 288 Fw.
In de praktijk is de belangrijkste voorwaarde dat de verzoeker ‘ten aanzien van het ontstaan of onbetaald laten van zijn schulden in de vijf jaar voorafgaand aan de dag waarop het verzoekschrift is ingediend, te goeder trouw is geweest’.
Omdat deze zogeheten open norm in het verleden voor veel onduidelijkheid heeft gezorgd, hebben de Rechtbanken uiteindelijk de ‘Landelijke boordelingscriteria toelating schuldsaneringsregeling’ opgesteld. Naast de wettelijke criteria dient u dus ook aan deze laatste criteria te voldoen.